En dan gebeurt het: we trekken vanaf zaterdag 15 oktober de outback in. De outback is een verzamelnaam voor de regio’s in Australië die ver van de bewoonde wereld verwijderd liggen. De outback beslaat bijna driekwart van Australië en strekt zich hoofdzakelijk uit over het Northern Territory en Western Australia.

Onze Murrays-bus wordt zo’n beetje onze hoofdverblijfplaats de volgende dagen. Ik installeerde me achteraan in de bus, waar ik in chill gezelschap van Youp, Arjen, Sybren en Robert (daar is ie weer 😊) de vele kilometers uniek landschap rustig aan me voorbij laat glijden. Airco en voldoende water aanwezig (en ja, ook Heineken werd ingeslagen), maar jammer genoeg was na enkele dagen ook de geur van het kleinste kamertje prominent aanwezig.
Spoiler: tot we in Alice Springs afscheid nemen van chauffeur James en bus, rijden we ongeveer 4000 km!

Wat opvalt aan het landschap na Adelaide is de weidsheid. Zo’n brede straten, zo’n desolaatheid zijn/is er bij ons niet te vinden. Hier kan het gewoon. Het landschap gaat langzaam over van groen naar minder groen, naar weinig begroeid om te eindigen in de typische rode aarde van Australië. Machtig om te zien. Voor mij betekent het rust vinden, ballast achterlaten en leren waar je wel en niet een fuck om moet geven.

Om roadkill te voorkomen, dienen we goed op te letten voor overstekende kangoeroes. Toch eens geproefd hoe zo’n beest smaakt. Best lekker zo blijkt!

We rijden door naar Wilpena Pound, waar we in het Flinders Ranges National Park een heuse bushwalk maken. Naar goede gewoonte staat ook hier alles netjes vermeld op de borden aan het park.

Na een verkwikkende nachtrust vreten we op zondag 16 oktober opnieuw kilometers. Langs de highways die we volgen – telkens genoemd naar eerste bezetters die iets voor het land betekenden (vb. Stuart, Lasseter) – stoppen we bij road houses. Hier kan je tanken, iets eten en drinken en soms ook overnachten. Het zijn de kleine, nodige oases voor ‘outbackers’.
Ook hier is mobiliteit en transport belangrijk. Dan niet om mensen te transporteren, maar goederen. Dit gebeurt met road trains en ellenlange treinen.

We stoppen even aan een zoutmeer. Indrukwekkend!

Coober Pedy is de overnachtingsplaats voor vandaag. Dit stadje is gekend voor het opaal dat er werd gemijnd. Nu is de stad zo goed als verlaten (nog zo’n 3500 inwoners), maar biedt toch een unieke beleving doordat inwoners er onder de grond leven. Dit was oorspronkelijk een goede oplossing om aan de hitte te ontsnappen, maar blijkt dat je door het uitgraven van enkele hotelkamers ook echt rijk kan worden wanneer je het geluk hebt opaal op te graven.

Vanuit Coober Pedy verkennen we verder de outback. Opnieuw oneindige desolaatheid, maar deze keer afgeboord met een dingo fence. Dingo’s zijn in staat om in één nacht grote hoeveelheden schapen te doden en vormen dus een grote bedreiging voor de handel in schapenvlees. De overheid besliste daarom om in samenwerking met de lokale autoriteiten en de schaaphandelaars een hek te plaatsen om de kuddes veilig te stellen voor de dingo’s.

Wist je dat dit landschap als filmlocatie werd gebruikt voor ‘Priscilla Queen of the Desert’? Onze groep voelt er zich meteen thuis 😊 We sluiten de avond af met een prachtige zonsondergang, geflankeerd door pizza en een blikje bier. Wat kan het leven toch mooi zijn!

Categories:

Tags:

No responses yet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *